Tegen een achtergrond van 150 jaar Hindostaanse migratie adresseren 10 (inter)nationale kunstenaars – nazaten van Indiase contractarbeiders – het belang van zintuigelijke waarneming wanneer er wordt gereflecteerd op de (koloniale) geschiedenis en de huidige belichaming daarvan. Vertrekkend vanuit dekoloniale, intersectionele, (trans)feministische en queer referentiekaders tonen de kunstenaars hoe materie zelf een plek van verzet is, een connectie met de voorouders kan zijn en het proces van het vormen van nieuwe relaties tussen mensen en niet-menselijke entiteiten kan faciliteren.