De Westfälischer Kunstverein heeft vaak bijzondere exposities, eigenlijk een verkapte manier van zeggen dat ik er vaak niet zo veel van snap of er niets aanvind, zoals videoinstallaties en grote ruimtelijke installaties. En toch ga ik er altijd even naartoe, om mijn horizon te verbreden, eigenlijk. Dit keer zijn er werken te zien van beeldhouwster Beth Collar uit Cambridge. Uit lindenhout beeldgehouwen sculpturen die enigszins doen denken aan slappe penissen, maar dan toch weer anders dan de fallussen van Yayoi Kusaman, zitten op meters afstand van elkaar aan de muur gemonteerd. De toelichting over het ontstaan, gebaseerd op religieuze artefacten, haal ik er in ieder geval niet uit. Haar zaal met helderfrisse, citroengele schilderijen daarentegen spreken me wel aan.