In een toegankelijke, makkelijk leesbare stijl schreef Teun van de Keuken een boek over zijn jeugd, met uitermate linkse ouders. In een tijdperk waarin kinderen niet elke seconde door hun ouders oplettend in de gaten gehouden werden groeit hij op van een witte bonk slap vlees, zoals hij het zelf beschrijft, tot een vriend van de stoerste jongen van de klas. Zijn linkse ouders zijn voor hem een schaamte, ze voldoen niet aan de burgerlijke norm en anders zijn wil hij niet. Maar als hij ouder wordt, vindt hij de ruimte die het hem biedt wel plezierig. Het boek, dat ontzettend makkelijk wegleest, is alleen bijzonder abrupt afgelopen. Voor mij had daar nog wel eens 140 pagina’s bij gekund.