Een gedichtenbundel van Jules Deelder zoals het hoort, met goede woordspelingen, stijlgrapjes en thema’s als Rotterdam, muziek, drugs enzovoorts. Wat enigszins jammer is, is dat hij in deze bundel herhaaldelijk gebruik maakt van de herhaling in een gedicht, door dezelfde passage eindeloos te herhalen. Maar of het nu een gedicht is waarin Wilders en zijn volgers worden afgezeken, een gedicht dat tegenstellingen in alfabetische volgorde tegen elkaar afzet of vijf pagina’s opsomming van wat de dood is, het is weer typisch Deelder!