Het nadeel van hoge verwachtingen is dat ze zelden worden waargemaakt. Waar ik 10 jaar geleden een waar indrukwekkende ervaring had bij het Hamburger Bahnhof Museum, bestond de spanning en sensatie er nu vooral uit dat ik, om er te komen, onder beukende muziek en rook langs een stroom anti-AfD-demonstranten en tientallen politiebussen moest. Het museum zelf verraste alleen in de eerste zaal. Met een flink aantal werken van Warhol, waaronder de grote Mao en een Robert Rauschenberger, werd de toon gezet. Althans, dat dacht ik want in het verdere museum was er niet veel waar ik warm voor liep. En da’s best knap, gezien de grootte van het museum en het aantal werken dat er hangt. Natuurlijk, ik was tevreden met een Pollock, een Kahlo, een Nolde in Tahiti-sferen, net als de Gaugain, een Pechstein en een surrealistische Rothko. Of een Walter Dahn, een artiest die ik niet eerder tegenkwam. Een grappige samenloop van omstandigheden was wel de expositie van Indiase kunst, met bijvoorbeeld een luchtig lijnenwerk van Laxman Pai (zie afbeelding), terwijl ik net een crimeboek lees waarin de Indiase kunstwereld de hoofdrol speelt. Verder is er een vleugel waarin allerlei sculpturen staan, een nogal kubistisch aandoende Louise Bourgeois die in de verste verte geen relatie heeft met haar overbekende Maman, maar ook Dubuffet en Moore. Fraai, dat wel. Maar overall waren mijn verwachtingen voor dit museum te hoog gespannen!