Champú. Vincent Delbrouck – Huis Marseille, Amsterdam

De immer gevoelige Waalse fotograaf Vincent Delbrouck – zelf geen tiener meer, maar naar eigen zeggen met ‘adolescence as ongoing story always burning in me’ – portretteert in Champú een vloedgolf van tienergevoelens en stillevens van Cuba in een positieve flow van een honderdtal foto’s die verdeeld zijn over de museumzalen in Keizersgracht 401. Wanneer beleef je grotere hoogte- en dieptepunten dan wanneer de liefde je voor de allereerste keer overvalt? Als alles nieuw en tegelijkertijd zo dramatisch intens is dat je blind en doof bent voor al het andere om je heen? ‘Life Sux!’ schreef Oriss Abreu Pavie op haar Facebook-pagina: typisch een uitroep van een verliefde tiener, wier zeer persoonlijke relaas in het Spaans, Engels en Nederlands naast Delbroucks foto’s op de wanden van de museumzalen te lezen is. Oriss is een van de tieners uit de wijk La Vibora in Havana die in 2018 samenkwamen in het park waar Delbrouck, die al sinds 1997 in Cuba komt en er diverse fotoseries heeft gemaakt, in de lente van dat jaar bij toeval op hen stuitte. Hij raakte vervuld van hun positieve energie, die hij via zijn foto’s wil delen. Die eerste liefde beleef je maar één keer. Het is daarom zo bijzonder dat Vincent Delbrouck dat unieke gevoel in foto’s heeft weten te vatten. Hij zegt daarover: ‘This colorful work is the most exciting and ambitious project of my life.’

Het oeuvre van de Indiase fotograaf, filmmaker, schrijver en curator Sohrab Hura (1981, Chinsurah, West-Bengalen, India) ontvouwt zich deze herfst in de zalen van Huis Marseille. In de afgelopen vijftien jaar heeft Hura’s werk zich ontwikkeld van documentair tot experimenteel, confronterend en zelfs sceptisch tegenover het medium fotografie. Door middel van fotoseries, videowerken, installaties en ingrepen in de museumruimtes dompelt Hura de bezoeker onder in zijn zienswijze, waarin verschillende elementen niet los van elkaar staan maar juist in elkaar overlopen.

 

 

Of life of love of sex of movement of hope. Liz Johnson Artur – FOAM, Amsterdam

Foam presenteert de solotentoonstelling of life of love of sex of movement of hope door fotograaf Liz Johnson Artur. De tentoonstelling viert dagelijkse gebeurtenissen en brengt ze samen in de vorm van een verhaal, in een poging om de menselijke emotie uit te vergroten.

De tentoonstelling The Possibility of Existence toont het vergeten fotografische oeuvre van Shigeru Onishi (1928 – 1994). Nadat de kunstenaar in 1953 afstudeerde in topologie (tak van de wiskunde) aan de universiteit van Hokkaido, begon hij zijn wiskundige theorieën toe te passen op fotografie. Hoewel zijn theorieën voor de leek onbegrijpelijk zijn, heeft het een uniek oeuvre opgeleverd waarmee hij zich distantieerde van andere stromingen en ideeën in de Japanse fotografie van zijn tijd.

Foam 3h presenteert de tentoonstelling Leave and Let Us Go van Alexandra Rose Howland. Howland toont met haar serie een intiem portret van Irak, een land dat vaak verkeerd wordt begrepen en onjuist wordt afgebeeld.

De afgelopen 15 jaar presenteerde Foam het werk van 95 opkomende talenten in Foam 3h, dat uitgegroeide tot een belangrijke ontmoetingsplaats voor fotografen, kunstenaars, studenten, verzamelaars en andere spelers uit het veld. In Foam 3h – 15 jaar talent uit de collectie presenteert Foam een selectie van 16 kunstenaars uit deze reeks waarvan werk in de collectie van Foam is opgenomen.

Natasja Kensmil & Sadik Kwaish Alfraji. Kunsthal KAdE, Amersfoort

Vandaag bezocht ik Kunsthal Kade, waar een heel interessante dubbelsolo-expositie is van Natasja Kensmil en Sadik Kwaish Alfraji. Van deze laatste zijn er vooral animaties te zien, die gaan over zijn roots in Irak. Natasje Kensmil’s werken zijn diverser, lopen over een langere periode en gaan van abstract, tot doodsportretten van kinderen tot de machtsrelaties bij machtige historische figuren. Waar Kensmil’s werk vooral zwaar en een beetje macaber is, is Sadik Kwaish Alfraji’s dat voor mij juist niet, ondanks het feit dat alles in zwart/wittinten is. Aanrader hoor!

Death in Paradise, S10 (8 afl.)

Het tiende seizoen van Death in Paradise kabbelt gezellig voort op dezelfde leest geschoeid als de andere negen seizoenen: onhandige Engelse politieagent op een Caribisch eiland lost bijzondere moordzaken op. En dat doet ‘ie terwijl hij veel mensen, vooral de commissaris van politie, tegen de haren instrijkt. Maar omdat hij zo goed is in zijn werk, wordt hij getolereerd. Zijn team loopt wel met hem weg, sterker nog, Camille, de rechterhand van zijn voorganger, komt nog een aantal afleveringen meedoen en ook zij ziet de waarde van de Engelsman op het (fictieve) Caribische eiland wel in.

Dark Crimes – Michael Hambling (2016)

Een voor mij nieuwe Engelse auteur. En zoals het goede Engelse crime betaamt, gaat dat niet in noodtempo maar ontwikkelt het verhaal zich langzaam. De verhaallijn wordt op een gegeven moment wel een beetje complex, maar dat nam ik op de koop toe. Als een serveerster uit een hotel vermoord wordt, blijkt de dader zoeken niet eens het moeilijkst. Haar identiteit is al lastig, maar de dader wordt op een serveerblaadje aangeboden. Of… is niet alles wat het lijkt. Spannend en zeker de moeite waard om de volgende boeken ook te lezen.

Long Range – C.J. Box (2020)

Na een paar bijzonder slechte boeken was dit een lekker verhaal. Wel een beetje een ‘mannenboek’ in de stijl van de Hollisters van vroeger: stoere buitenman moet moord oplossen. Maar C.J. Box weet in Long Range toch ook voldoende karakterontwikkeling aan te brengen, waardoor het boek meer verhaallijnen heeft dan ik in eerste instantie verwachtte. Toch maar eens eerdere boeken in deze reeks erbij pakken.

The Cursed Inheritance – Sutapa Basu (2021)

Met een Indiase auteur verwachtte ik een minder stereotiep verhaal. Een Engelse van Indiase afkomst komt het huis dat zij geërfd heeft verkopen. Maar als ze in het voorouderlijk huis is, komt ze een mysterie op het spoor. Zoals gezegd vind ik de personages nogal stereotypisch neergezet (Engelse vind het eten te pittig, eet alleen McDonalds etc.) en de verhaallijn pakte me ook niet. Eigenlijk had ik het boek weg moeten leggen, maar dat doe ik dan ook weer niet. Jammer van de tijd.

Bled Dry – Abdelilah Hamdouchi (2017)

Een bijzonder raar boek. Ik verheugde me op een auteur die de crime in Marokko plaats liet vinden, in de hoop een soort tweede Parker Bilal te treffen. Maar dat viel tegen: de hoofdrol is weggelegd voor een anti-held: een corrupte politieagent die zijn hachje probeert te redden terwijl hij een bijzonder bloedige moord moet oplossen. En de karakters vond ik ook niet heel sterk tot ontwikkeling komen. In de categorie: waarom heb ik het boek eigenlijk uitgelezen, als ik er niks aan vond?!

The Humiliations of Welton Blake – Alex Wheatle (2021)

The Humiliations of Welton Blake is een Young Adult boek van Alex Wheatle. Na Liccle Bit stelt ook dit boek niet teleur. Het is overduidelijk voor een jong(er) publiek geschreven maar het verhaal is leuk en spreekt aan. Het personage komt goed tot ontwikkeling en het verhaal is tegelijkertijd triest (gescheiden ouders, flaters slaan, verliefd) en grappig. Hoewel het bij Alex Wheatle geen verrassing is, blijkt pas helemaal aan het eind van het verhaal uit de context dat de hoofdpersoon zwart is, en dat vond ik wel charmant. Ik heb meer boeken van Alex Wheatle staan. Toch maar eens in beginnen.

Zo Goed Als Nieuw. Roué Verveer – Kulturhus Borne, Borne

Een gezellig avondje in een kleinschalig theater, samen met Bart. Het Kulturhus in Borne had nog een erg plezierige ruime covid-opstelling, hoewel dat officieel die avond niet meer hoefde. De voorstelling van Roue Verveer, Zo goed als nieuw, beschrijft ook precies wat de show inhield: grote delen waren nieuw materiaal, maar ik vond dat een (te) groot deel ook uit zijn voorgaande show kwamen, en als vaste bezoeker van zijn shows is dat dan wel weer jammer. Het was een gezellig avondje, maar de show vond ik niet supersterk.

Trigger. Rayen Panday – Stadstheater De Bond, Oldenzaal

Een erg leuke voorstelling weer. Tot nu vond ik elke voorstelling van Rayen Panday die ik gezien heb goed. De cabaretier is beschaafd, zijn humor leuk en zijn gezongen intermezzo’s zijn goed en vaak ook humoristisch. Geen platte humor dus, hoewel dat veelal wel is wat mensen laat schaterlachen. En het mooie is: aan het einde van dit seizoen komt er alweer een nieuwe show van Panday aan. Daar ga ik zeker naartoe!