Museo Fernando Botero – Bogota, Colombia

Aan de westkant van het museum worden 123 werken van de meester Botero zelf tentoongesteld, waaronder schilderijen, tekeningen en sculpturen. Deze werken laten de karakteristieke kenmerken van het werk van de kunstenaar zien: zijn buitengewone beheersing van de techniek, de samenhang van zijn visie, creativiteit, sensualiteit, het omgaan met volume, de smaak voor onverwachte details en die combinatie van ironie en respect die kenmerkend is voor zijn behandeling van Colombiaanse thema’s of zijn toespelingen op universele schilderkunst. Het zijn vooral werken uit de laatste decennia van de 20e eeuw die ons laten genieten van de taal en stijl die de schilder in zijn volwassen jaren kenmerkten.

Aan de oostkant van het huis bevindt zich de internationale collectie van het Botero Museum, bestaande uit 85 werken van het hoogste niveau die een zeer compleet beeld geven van de evolutie van de moderne schilderkunst en beeldhouwkunst. Het oudste werk is Gitane au tambourin (vóór 1862) van Camille Corot en het meest recente, het grote olieverfschilderij van Barceló (1998). Een collectie die vooraanstaande kunstenaars als Picasso, Léger, Renoir, Monet, Dalí, Giacometti, Beckmann, Freud, Calder en Bacon samenbrengt en die het Botero Museum tot een van de vijf belangrijkste openbare collecties van internationale kunst in Latijns-Amerika heeft gemaakt.

De 20e eeuw – Rijksmuseum, Amsterdam

Elk half jaar zet het Rijksmuseum andere aspecten binnen de 20e eeuw in de spotlight. Zoals dit keer de aandacht voor vakbondsleider Tonia Milgens. Jan Sluijter’s scihlderij heb ik destijds gemist bij het Singer in Laren, dus ik ging voor een herkansing. En dit schilderij was de moeite waard. Verder vond ik de expo 1900 – 1950 met straaltekeningen van Kees de Goede, en de opkomst van het massamedium affiches weinig interessant. Wat wel leuk was, was een oude Fokker, maar daar dromden de mensen zo omheen dat je er amper bij kon.
De expo 1950 – 2000 bood iets interessantere werken, dus al met al toch de moeite van een rondje waard.

Point of View – Rijksmuseum, Amsterdam

De expositie Point of view, over hoe er over de eeuwen heen naar genderidentiteit gekeken werd. Bestonden er in de 15e eeuw amper verschillen in bijvoorbeeld kleding voor babyjongetjes en babymeisjes? Werden relaties tussen vrouwen vroeger gezien als vriendschappen, maar tussen mannen als relaties, of werden beide niet onderkend of herkend? Het verhaal is interessant, de (kunst)werken en historische beelden vond ik minder interessant. Behalve foto’s van bijv. Grace Jones, of werken van Erwin Olaf en Robert Mapplethorpe.

Kandinsky – H’ART Museum

H’ART Museum organiseerde de eerste tentoonstelling in samenwerking met Centre Pompidou. Over de kunstenaar Wassily Kandinsky (1866 – 1944). Speciaal voor deze tentoonstelling reisden meer dan 60 kunstwerken uit de Parijse collectie naar Amsterdam. Het is een bijzondere overzichtstentoonstelling van Kandinsky’s vroege figuratieve werk tot aan zijn wereldberoemde abstracte schilderijen. Of ik word blasé of de expositie was gewoon wat tam. In ieder geval niet helemaal wat ik ervan verwacht had, terwijl juist de figuratieve werken me het meest aanspraken.

Jean Arp. A petrified forest – Museum Beelden aan Zee, Scheveningen

Centraal in Arps artistieke praktijk stond gips, een veelzijdig materiaal waarmee hij zijn vloeiende en organische vormen kon vertalen naar een driedimensionale ruimte. Deze gipsen vormen dienden als werkmodellen in zijn studio, waar hij innovatief met het materiaal werkte in een tactiel, cyclisch proces van vormverkenning. Arp – of een van zijn assistenten of de ambachtslieden met wie hij samenwerkte – creëerde ten minste twee gipsen van elke vorm, zodat ze konden worden ontleed, hergebruikt en geïntegreerd in nieuwe creaties. Het atelier van Arp kreeg daardoor de uitstraling van een “versteend, betoverd woud”.

Espace Dali – Parijs, Frankrijk

Misschien wel 25 jaar geleden bezocht ik in Figueras het Dali-museum en dat maakte flinke indruk. Ik had dus goede hoop bij Espace Dali, al was ik er in al mijn bezoeken aan Parijs nog nooit geweest. De Espace Dali is meer een veredelde galerie voor de verkoop dan een showcase voor de werken an sich, en voor mij nogal teleurstellend. Nu vind ik de druipende klok sowieso een vreselijk werk, maar hier kwam ie in soorten en maten terug. Een paar mooie sculpturen, maar die kwamen in de volgepropte ruimte ook niet echt tot hun recht. Jammer, zeker omdat het bezoek 14 euro kost en ik met minder dan een kwartier weer buiten stond.