Fortune and Glory – Janet Evanovich (2020)

Hij is nog maar net uit, maar Evanovich’s Stephanie Plum reeks staat altijd garant voor lekker simpel vermaak, dus heb ik het boek maar meteen uitgelezen. De verhalen zijn meestal te fantasievol om maar enigszins waar te kunnen zijn en de moeite met kiezen tussen twee mannen wordt wel heel simpel opgelost door de ene relatie even op pauze te zetten, maar dat mag de pret niet drukken.

Gemeente zegt ik Nederlands leren – Said El Haji (2020)

Said El Haji schrijft columns over zijn werk als NT2 docent. Hij verhaalt over leerlingen die overvraagd worden omdat ze praktisch of geheel analfabeet zijn, over leerlingen rond pensioengerechtigde leeftijd die de cursus gebruiken om het huis uit te zijn. Of over dominante mannen die de show voor zichzelf opeisen. Leerlingen die altijd ziekte voorwenden om onder de lessen uit te komen of Riffijnse Marokkanen die aanspraak doen op een verwantschap die El Haji zelf niet ervaart. En hoewel El Haji het lang vol lijkt te houden, doen de verhalen nergens vermoeden dat hij voldoening haalt uit zijn werk. Of dat zijn werk enig verschil maakt. Dat is best bizar.

Troubled Blood – Robert Galbraith (2020)

Het houdt je van de straat, een boek van 944 pagina’s. Wat een lange ruk voor één verhaal. Het verhaal was sterk maar, noem me ongeduldig, het had van mij ook verpakt mogen zijn in 500 pagina’s minder. Sowieso speelde ik met de vraag of ik wel een boek van deze auteur, een pseudoniem van J.K. Rowling, wilde lezen maar besloot het toch te doen. En het boek stelt absoluut niet teleur. Strike en Robin onderzoeken de moeilijkste zaak van hun partnerschap: een 40 jaar oude, spoorloze verdwijning van een vrouwelijke arts.

Half – Haroon Ali (2020)

Al een hele tijd geleden las ik op Haroon Ali’s Instagram dat zijn boek eraan kwam. Het duurde toch nog flink langer. Het boek is het wachten waard. De worsteling van Ali met de relatie met zijn vader zijn de rode draad, gegoten in een brief aan zijn halfbroertje. Tijdens zijn twee maanden durende reis door Pakistan maakt hij hernieuwd kennis met familieleden en verkent hij de ondergrondse wereld van homoseksualiteit in een Islamitisch land. Maar ook de positie van vrouwen komt aan bod naast natuurlijk Ali’s persoonlijke belevenissen en belevingswereld. Een mooi boek!

Het Monster van Wokeness – Tofik Dibi (2020)

Het net verschenen boek Het Monster van Wokeness speelt enorm in op de actualiteit van activisme rondom de Black Lives Matter-beweging en het Zwarte Piet-debat. De hoofdpersoon in het boek, @Kannibelle, wordt meer uitgesproken in haar meningen en verhardt haar standpunten. De schrijver, Tofik Dibi, laat daarmee een delicate grens zien tussen offline en online persona’s. Het boek is snel en luchtig geschreven maar adresseert daarbij wel maatschappelijke problemen. Het enige minpuntje vind ik het nogal abrupte einde met een raar soort cliffhanger. Maar dat mag de pret niet drukken.

Treasure – Oyinkan Braithwaite (2020)

Het is weer een grimmig verhaal, Treasure van Oyinkan Braithwaite. Een Afrikaanse Instagramster die gaat voor de volgers komt al gauw terecht in een drama: stalker, wapens, leugens… Een leuke short story die Braithwaites voorkeur voor dit soort nare ontwikkelingen laat zien.

Hidden Creed – Alex Kava (2020)

Het nieuwe boek van Alex Kava, Hidden Creed is het 21 boek van de auteur en de zesde in de Creed reeks maar ze blijven geweldig. Ook nu weer komen Ryder en zijn K9 organisatie samen te werken met FBI-agente Maggie O’Dell. Als Ryder’s lang verloren gewaande zus in het bos een gruwelijke ontdekking doet, blijkt het kwaad in hun achtertuin te wonen. Maar zo snel laten ze het kwaad niet winnen.

Wegwee. Dwars door Azië van Tokio naar Tbilisi – Ap Dijksterhuis (2019)

Het boek Wegwee van Ap Dijksterhuis is een feest van herkenning. Ik ben weliswaar niet in alle landen geweest die Dijksterhuis in dit boek beschrijft (zoals bijv. Noord-Korea of Turkmenistan) maar zijn verhalen en belevenissen in de landen waar ik ook geweest ben, doen mij de ervaringen weer op een fijne manier herleven. En het doet me ook beseffen hoe geweldig sommige landen waren. Dat vergeet je wel eens als er inmiddels heel veel nieuwe ervaringen na gekomen zijn.
Er is één nadeel aan het boek: als je dit leest, wil je zo weer in het vliegtuig stappen en de wereld verkennen.

The Silent Wife – Karin Slaughter (2020)

Uit puur chagrijn dat mijn tripje naar Amsterdam ook al niet doorgaat, trakteerde ik me op The Silent Wife van Karin Slaughter. Het is weer een mooi boek, dat ook de nodige maatschappelijke thema’s aanspreekt, zoals geweld tegen vrouwen en de strijd die het voor vrouwen is om hun leven na (seksueel) geweld weer op te bouwen. Of de corruptie van agenten en de wijze waarop het gevangenisstelsel zieke mensen aan hun lot over laat.
In het boek worden het verleden van Sara en Jeffrey, vervlochten met het heden van Sara en Will jaren later. Een veroordeeld pedofiel die ook verdacht wordt van brute aanvallen en moorden op vrouwen, levert vanuit de gevangenis zelf het bewijs dat hij de dader van die laatste niet kan zijn.

Chike and the River – Chinua Achebe (1966)

Chike is een jongetje dat van zijn moeder in een eenvoudig dorp in Nigeria verhuist naar zijn oom in een middelgrote stad. Daar raakt hij geobsedeerd door het met de ferry oversteken van de rivier omdat aan de overkant de straat naar de hoofdstad Lagos ligt. Maar de ferry kost geld, en geld heeft Chike niet. Chike and the River is een eenvoudig maar krachtig verhaal voor de jonge(re) lezer over ambitie, goedgelovigheid, bijgeloof en het eigen moreel kompas.

The Diamond Queen of Singapore – Ian Hamilton (2020)

Elk jaar verschijnt er een nieuwe Ian Hamilton in de Ava Lee-reeks, en elke keer is het alsof een oude vriend op bezoek is en je een avond of twee gezellig bezighoudt. De kracht van een goede schrijver: je leeft volop mee met de hoofdpersoon. Op basis van voorgaande verhalen over forensisch accountant Ava Lee die na het overlijden van Uncle uit die business is gestapt, verwachtte ik elk moment een knaller van fysiek geweld… en dat was er ook wel even maar wat overheerste was het ijzersterke verhaal en stiekem toch ook de evangelicals aan de schandpaal nagelen. Zalig.

Neem dit lichaam – Fatena al Ghorra (2019)

Ik heb het vaker als ik dichtbundels lees, dat ik eigenlijk niet goed snap wat de schrijver wil overbrengen. Zo ook in Neem dit lichaam van de Belgisch-Palestijnse Fatena al Ghorra. De gedichten in de bundel beschrijven een zwaar innerlijk leven, pijn, woede, onmacht als ik het moet interpreteren. En zoals veel Arabische literatuur is het bloemrijk, en is het haast nodig om mezelf hardop voor te lezen om een cadans te vinden en de teksten te begrijpen.

Leegstand – Aafke Romeijn (2020)

Leegstand is een bundeling van poëzie, proza en foto’s die Aafke Romeijn’s depressie verwoorden. Haar gevecht om te voelen, om haar gevoelens op de rit te krijgen en de twijfels die depressie met zich mee brengt over de wissel die haar depressie trekt op de mensen om haar heen zijn… deprimerend. Maar tegelijkertijd geeft het een inkijkje in een belevingswereld die niet je eigen is, en dat maakt het dus ook mooi. Het is geen dik boek maar ik heb de 65 pagina’s in één ruk uitgelezen.

Superlogisch – Ionica Smeets (2019)

Een boek over wiskunde, wie had gedacht dat ik die zou lezen? Ikzelf allerminst. Als Bart vraagt of ik ‘m wil helpen met wiskunde, begin ik al te hyperventileren. Maar Ionica Smeets schrijft ontzettend toegankelijk en met zo’n enthousiasme voor cijfers, dat je meegenomen wordt in het verhaal, ook al snap je er mét uitleg nog steeds niets van. En dat ik het boek überhaupt oppakte, komt omdat Smeets op een conferentie ooit vreselijk veel indruk maakte met haar benadering van communicatie. Eerlijk is eerlijk.

Solo reizen – Liesbeth Rasker (2019)

Nu er niet echt te reizen valt, pak ik zo hier en daar wat reisverhalen, InstaStories enzo mee. Dus las ik in KoboPlus Solo reizen van Liesbeth Rasker. Een lekker toegankelijk boek met als rode draad dat solo reizen goed voor je is, met veel herkenbare situaties. Het werkwoord ‘gaan’ wordt wat veel tevoorschijn getoverd maar da’s een generatiedingetje, denk ik. Wat ik totaal niet verwacht had, is dat het nog steeds nodig is om jonge mensen (en misschien ook oudere) ervan te overtuigen dat alleen reizen fijn is. Ik had verwacht dat in de pak ‘m beet 25 a 30 jaar dat ik het doe, het veel gewoner zou zijn geworden. Zeker met alle technische gemakken die je nu hebt.

De munt van Judea – Kefah Allush (2019)

Geënthousiasmeerd door zijn tv-programma’s pakte ik ook het boek De munt van Judea van Kefah Allush op. Maar het is een eigenaardig boek. Op de een of andere manier is het boek niet ‘vloeiend’. De personages worden vrij uitgebreid opgevoerd maar ik voel er geen diepgang bij en datzelfde gevoel heb ik ook bij de verhaallijn: het heeft potentie maar het is het net niet. En dat terwijl het verhaal speelt in interessante steden als Jerusalem en Amman, de bezienswaardigheden heb ik zelf bezocht, straatnamen klinken bekend, de schets van de drukte en de omgeving maken oude herinneringen los. En toch is het lezen een formaliteit, niet de dringende behoefte een spannend verhaal zo snel mogelijk tot je te nemen. Jammer.

Sara Paretsky – Dead Land (2020)

Ik heb met smart zitten wachten op het meest recente boek van Sara Paretsky maar na de eerste paar hoofdstukken heb ik een maand lang geen boek aangeraakt. Ik had even geen zin in lezen. En dat is best uitzonderlijk. In het Pinksterweekend heb ik ‘m eindelijk opgepakt en het was weer groots als altijd: V.I. Warshawski, een p.i. van het eerste uur, wordt alweer via haar petekind een zaak ingelokt die in eerste instantie niet lastig lijkt maar gaandeweg moord en doodslag met zich meebrengt. De vraag is, slaat Vic zich er doorheen zonder haar vrienden te verliezen? Spannend!

When the music’s over – Peter Robinson (2017)

When the music’s over is het eerste boek dat ik lees van Peter Robinson, terwijl ik er destijds een stuk of 10 kocht. Ik kwam er gewoon nooit aan toe. En met 480 pagina’s is het ook een behoorlijke pil. Het verhaal is interessant en er lopen 2 zaken door elkaar bij het team van Banks maar het komt wat langzaam op gang. Maar eenmaal over de helft komt de vaart er iets meer in en is het boek spannend. Maar eens kijken of ik nu in de reeks terug ga of misschien eerst nog recentere boeken ga lezen.

Je bent jong en je krijgt wat – Monique van Loon (2020)

Monique van Loon krijgt op haar 28e te horen dat ze baarmoederhalskanker heeft. Haar wereld staat op zijn kop maar net zoals ze haar werk voortvarend aanpakt, doet ze dat ook met de kanker. Tegelijkertijd krijgt ze ook een nieuwe relatie, wat in zijn donkere periode best bizar is. Na de operatie, als ze kankervrij is, blijkt er nog een heel traject vast te zitten aan haar genezing. Een aangrijpend, heftig verhaal.