Correspondent Pieter Waterdrinker schrijft verhalen over Rusland: mooie verhalen, bijzondere verhalen. Over zijn ontmoetingen, over de klassemaatschappij die opgekomen is met de komst van de nieuwe rijken, over het platteland, waar de vorige eeuw nog lijkt voort te bestaan. Mooie, interessante verhalen waardoor je al Waterdrinker’s boeken wilt lezen. Het is wat jammer dat hij ook aan Montagne Russe een deel surrealistische, bizarre verhalen toevoegt. Ik zou ze natuurlijk over kunnen slaan, maar doe dat niet. En dus eindig ik zijn boeken altijd beduidend minder enthousiast dan het eerste deel veroorlooft. En dat is zonde want zijn observaties in het Rusland van nu zijn geweldig!
Category Archives: short stories
The Madman, his Parables and Poems – Kahlil Gibran (1918)
Het was tijd om de hersens weer een beetje werk te laten verrichten: The Madman, his Parables and Poems van Kahlil Gibran doet dat zeker. Het is een ritme waar je in moet komen en mij lukt dat het best door de teksten hardop te lezen, waarmee ze tegelijkertijd ook beter beklijven. Niet alleen de inhoud, maar ook het taalgebruik geeft een kracht aan de teksten van Gibran, die me aanspreekt. Zoals bijvoorbeeld “Nay, thou art not like me, O, Madman, for thou still takest thy little-self for a comrade, and with thy monster-self thou canst not be friends”.
Greatest Hits – P.F. Thomése (2001)
In Greatest Hits bundelt Thomése een aantal verhalen uit andere media, van 1990 tot 2001. In deze verhalen speelt J. Kessels, onaanraakbaar en stoicijns, de hoofdrol. Samen rollen ze van het ene avontuur in het andere, of het nu een rondreis zonder doel in Amerika is of de eerste vrouwenperikelen met meisjes uit Zwolle als ze op voetbalkamp zijn. Vergeleken met later werk waarin J. Kessels een (hoofd)rol speelt is ‘t allemaal behoorlijk rustig en bezadigd. Lekker leesbaar en dus zo uitgelezen!
Mijn achterlijke kat Lola – Sylvia Witteman (2016)
Ik ben een fan van Sylvia Witteman’s boeken, géén fan van kattenverhalen. Maar desalniettemin kan een nieuw boek niet overgeslagen worden. En het is weer een leuk boek, met de kat als rode draad maar zeker niet als enig onderwerp in deze bundeling van columns en verhalen. De foto’s van de katten had ze achterwege mogen laten, wat mij betreft maar tóch een leuk boek om te lezen.
Dingen die fijn zijn – Claudia de Breij (2010)
In een bundel van korte verhalen, columns bijna, vertelt Claudia de Breij over dingen die fijn zijn: vakanties van vroeger, complimentjes geven, vriendschappen en ga zo maar door. Weer een lekker leesbaar, toegankelijk en humoristisch boek. Leuk!
The collector of treasures. Short story – Bessie Head (1977)
Een recensie van The collector of treasures begint met: Blending polemic, history, and anthropology without compromising aesthetic merit tests the skill of any writer. Head’s achievement is that she can address African readers while informing her audience abroad. En zo is ‘t maar net: in een boeiend verhaal beschrijft Head in eenvoudige zinnen het verhaal van een vrouw die door haar man verlaten wordt en als een trofee na jaren van afwezigheid, en veel ontberingen voor haar en haar kinderen, weer door hem geclaimd wordt. In de Botswaanse cultuur anno 1977 was het een vrouw niet gegeven in het geweer te komen tegen haar man die door enige welvaart ontaard. Dikiledi legt zich er echter niet bij neer en het verhaal begint dan ook met haar aankomst in de vrouwengevangenis. Een verhaal met een (stevige) moraal.
Oorlog en kermis – Olaf Koens (2015)
Mijn eerste kennismaking met de boeken van Olaf Koens, Oorlog en kermis, is meteen een flinke pil van 275 pagina’s vol met Russische plaatsnamen die je eerst drie keer moet lezen om ze fatsoenlijk uit te kunnen spreken. Maar dat weerhoud me er niet van het boek praktisch in één ruk uit te lezen. De realistische verhalen over de ontwikkelingen in Oekraïene net nadat ik er geweest ben, van protesten tot burgeroorlog, de Russische inmenging, de rellen in Rusland maar ook de schetsen van verlaten Siberische vlaktes met goelags en verder niets, zijn bijzonder indrukwekkend. Ik ga meteen zijn vorige boek maar bestellen!
The last peep – Janet Evanovich (1997)
Uit de verzamelbundel ‘The plot thickens’ komt het verhaal The Last Peep van Janet Evanovich, een short story dat een soort proloog biedt op de Stephanie Plum-reeks. Typisch Evanovich: veel overdrijving, veel rare fratsen en altijd weer een verrassende ontwikkeling. Nooit saai!
De correspondent – Pieter Waterdrinker
De correspondent van Pieter Waterdrinker is een mooie bundel verhalen over de belevenissen van de correspondent in Rusland die geen correspondent wil zijn. Vage Russische situaties, corruptie en geheimzinnigheid, obsceniteit en oorlog komen in het boek voorbij in een bloemrijke maar toegankelijke schrijfstijl. Het boek wordt afgesloten met drie korte verhalen, die voor mij het boek geen recht doen. Zonder de drie verhalen zou ik het boek sterker gevonden hebben. Maar die verhalen had ik kunnen overslaan natuurlijk. De rest is zeker de moeite waard.
Mijn Venetië – Donna Leon
Drieënvijftig bladzijden aan essays van Donna Leon over ‘haar’ Venetië. Niet echt spannend, niet echt bijzonder maar gewoon een leuk inkijkje in hoe een geïmporteerde Venetiaan aankijkt tegen de stad die haar thuis is geworden.
Blonde hair, blue eyes – Karin Slaughter
Bij elke auteur komt er blijkbaar een moment, dat je een boek niet goed vindt. In dit geval gaat het gelukkig om een short story. De negentienjarige mooie, blonde Julia studeert journalistiek en krijgt de kans om een voorpagina artikel te schrijven over de verkrachtingen die net zoveel slachtoffers vragen als AIDS in de jaren negentig. Maar liever wil ze schrijven over de verdwijningen van aantrekkelijke blondines waar niemand blij stil lijkt te staan. Maar dan gebeurt er iets, waar ze niet op voorbereid is.
Zestig – Bart Chabot
Ik ben een fan van Bart Chabot’s werken over Herman Brood en ook het boek FC Dood over de Golden Earring las lekker weg. En al is het boek Zestig dan een verzameling van verhalen waarvan ik een flink deel al in andere uitgaven heb gelezen, toch kon ik het boek niet weerstaan. En ook nu stelt het boek niet teleur: gedichten, verhalen, allemaal op de Chabot eigen manier. Leuk!
De vergeetclub – Tosca Niterink
Wat doe je als je moeder dementie heeft en niet meer alleen kan wonen? Dan zoek je een goed huis voor haar om te wonen en je schrijft een boek over de vaak grappige maar vooral wrange situaties die dat oplevert. Tosca Niterink (ja, zij van Theo en Thea) heeft in dit boek met verhalen geschetst wat dementie betekent, niet alleen voor degene die het heeft, maar ook voor de mensen er omheen, en waarom je daar soms best de humor van in mag zien. Leuk boek!
Van je familie moet je het hebben – David Sedaris
Na op Twitter Sylvia Witteman weer enthousiast over Sedaris te horen praten, heb ik het boek Van je familie moet je het hebben weer opgepakt maar echt enthousiast kan ik er niet over zijn. Goed, sommige verhalen zijn leuk, sommige net niets leuker, maar andere ook helemaal niet. Het ontbreken van enthousiasme kan natuurlijk voortkomen uit het feit dat ik een Nederlandse vertaling lees, en dan ook nog eentje waar je het Engels bijna letterlijk in terugvindt, maar daar is het niet in zijn geheel aan te wijten. Misschien binnenkort nog maar eens een poging doen met een andere titel. Voor nu was het even genoeg.
Hyperbole and a half – Allie Brosh
Hyperbole and a half is in het Nederlands uitgegeven als Hyperbool en nog wat, en is een leuk, volop geillustreerd boek dat alle bizarre en bijzondere werkingen in het hoofd van Allie Brosh beschrijft. Grappig, herkenbaar en soms, zoals het stukje over depressie, verhelderend maar ook bijzonder deprimerend. De subtitel: unfortunate situations, flawed coping mechanisms, mayhem, and other things that happened, zegt het eigenlijk allemaal al. Uit voor je het doorhebt! Leuk!
Freaks – Tess Gerritsen
Het is een kort verhaal, Freaks van Tess Gerritsen, letterlijk maar 26 pagina’s om precies te zijn. Maar het is wel een verhaal dat je meteen pakt. Ik merk alleen dat het steeds lastiger is om de karikaturale Rizzoli & Isles los te zien van de boeken. En dat is jammer want de boeken hebben zoveel meer te bieden dan de serie waarin karakters worden uitvergroot. Maar dit korte verhaal is dus aardig.
Street Music. A Phineas Troutt Short Mystery Story – J.A. Konrath
J.A. Konrath schrijft lekkere boeken, met name de Jack Daniels-serie. En deze Phineas Troutt short story is een spin-off van die serie. Niet meer dan 16 pagina’s jammer genoeg, maar als lezer zit je wel vanaf de eerste zin in het verhaal. Leuk!
Sjeumig – Pepijn Lanen
Sjeumig, het eerste boek van Pepijn Lanen a.k.a. Faberyayo van De Jeugd van Tegenwoordig, laat zich ondanks de eenvoudige titel het best omschrijven als bloemrijk en fantasierijk. Hij speelt met woorden en zinnen, heel summier verfraaid door straattaal, maar het boek blijft plezierig leesbaar en blijft boeien. En dat is best bijzonder. Waar ik wat minder enthousiast over ben is de fantasierijke insteek: dieren en sprookjesfiguren spelen veelal de hoofdrol in zijn verhalen en dat doet voor mij af aan de kracht van deze verhalen. Maar al met al een fijn leesbaar boek met een verrassend nieuwe kijk.
FC Dood – Bart Chabot
In het boek FC Dood is een verzameling verhalen bijeengebracht die sterk uiteenlopen: de hoofdmoot wordt gevormd door interviews van Chabot met Golden Earring, heen en weer springend door de jaren. Daarnaast zijn er een aantal anecdotische, autobiografische verhalen van Chabot. Die verhalen worden aangevuld met niet-gerelateerde losse verhalen waarbij de enige samenhang de stad Den Haag lijkt te zijn. Net als de boeken over Herman Brood, is ook dit boek plezierig leesbaar en de verhalen zijn mooi. Dus zelfs als je geen Golden Earring fan bent, is dit een interessant boek.
Miss yellow hair, hello! – Iris Hannema
Ik wilde Miss yellow hair, hello! met reisverhalen van Iris Hannema al een tijdje lezen en had dat eigenlijk veel eerder moeten doen. Veel bestemmingen die zij in haar verhalen noemt, heb ik ook bezocht maar zij heeft er meer en heeft er coolere gedaan. Ik ben het niet altijd eens met haar mening over landen: zo vond ik Pakistan in 1993 geweldig en vond ik China in 2012 eigenlijk geen drol aan) maar de verhalen zijn grappig en herkenbaar ook al doe ik geen drank, drugs en wildvreemde mannen tijdens mijn reizen. Een zalig in-één-ruk-uit-te-lezen boek.