De boeken van Bart Chabot over Herman Brood vind ik geweldig. Dus toen ik hoorde dat er een roman van Chabot uitkwam, moest ik die hebben. Het boek gaat over Frank, een succesvol chirurg die steeds meer toegeeft aan de duistere kanten van zijn karakter. Het idee is op zich niet slecht, maar de uitvoering van het boek valt me tegen: er zit geen diepte in het boek, het verhaal schokt heen en weer tussen echtgenote 1 en 2 en Frank’s jeugd, waarin zijn perversiteit zich begint te ontwikkelen. De dialogen zijn ongeloofwaardig en geforceerd. Het boek is (erg) makkelijk leesbaar maar laat een vaag en onbevredigd gevoel achter.
Category Archives: roman
NW – Zadie Smith
Het vierde boek van Zadie Smith, NW, verwijst naar de wijken van Londen met deze postcode. De wijken staan voor een gebied waar (het verschil in) sociale klasse (met andere wijken) pijnlijk duidelijk is. Het verhaal bestaat uit 4 delen: het eerste deel over de blanke Leah, die zich ontvochten heeft aan NW maar zich niet vrij kan vechten van de problemen in haar leven. Haar leven is verbonden met het leven van Keisha, van Caribische afkomst, die na een succesvolle studie een goede baan als advocate heeft, maar altijd twijfelt aan de echtheid van zichzelf. Dan is er ook nog Felix: na een moeilijke jeugd in de councilflats heeft hij zich losgemaakt van zijn drugsverslaving en een relatie met een drugsverslaafde agorafobe oudere vrouw. Aan het einde van het boek komen de verhaallijnen van Leah en Keisha, die haar naam veranderd heeft naar Natalie, bij elkaar en speelt Felix alleen in de periferie een rol. Smith scheidt de verhalen door elke hoofdpersoon een geheel eigen vertelstijl te geven: een nogal verwarde chaos van onafgemaakte zinnen en gedachten bij Leah, een mooie heldere maar schrijnende vertelstijl bij Felix en in eerste instantie ook bij Natalie, tot ook daar verwarring, onzekerheid en mentale instabiliteit de overhand krijgen. Een bijzonder boek!
The woman who went to bed for a year – Sue Townsend
Het idee, een vrouw die nadat haar kinderen naar de universiteit gaan, een jaar haar bed niet uit wil komen, was voldoende interessant om het boek op te pakken. Zeker als je het jeugdsentiment meerekent dat auteur Sue Townsend (van Adrian Mole 13 1/2) oproept. Het boek begint humoristisch, met een volledig begrip voor de redenen dat ze het bed niet meer uit wil. Maar al gauw wordt het een beetje schrijnend en ga je, of je het wilt of niet, toch nadenken of het niet serieuzer genomen moet worden. Het einde is dan ook bijzonder onverwacht. Een mooi boek, met een klein stukje ongeloofwaardigheid op ongeveer 2/3 van het boek. Maar al met al de moeite van 437 bladzijden waard! Makkelijk en plezierig leesbaar. Bijzonder!
Big Girl Panties – Stephanie Evanovich
Even dacht ik dat Janet Evanovich een nieuw boek had uitgebracht, maar het bleek van de hand van haar nichtje Stephanie te zijn: Big Girl Panties. Eigenlijk een veredeld Bouquetreeks romannetje, niets meer en niets minder. De met zwaar overgewicht kampende Holly komt in een vliegtuig naast de superfitte personal trainer Logan te zitten. Hij biedt aan haar te trainen en al gauw vliegen de kilo’s eraf. Maar ze blijft mollig. Logan wordt verliefd op haar maar kan moeilijk accepteren dat hij gezien wordt met een mollige vrouw in plaats van een graatmager model. De vraag is: overwint hun liefde de problemen? Makkelijk leesbaar boek, maar een erg mager verhaal.
Extra Credit – Maggie Barbieri
Naarmate de serie vordert, veranderen de boeken van Maggie Barbieri steeds meer van crime naar romantisch verhaal. Maar desalniettemin blijven het leuke boeken. Ook in Extra Credit gebeurt er weer van alles in het privéleven van hoofdrolspeelster Alison Bergeron: problemen met de stiefdochters, een aandacht vragende ex die beslag legt op Crawford, Alisons man en een criminele zwager die zelfmoord pleegt. Geen hoogstandje, maar ook niet onaardig.
The Golden Egg – Donna Leon
Een boek zoals alleen Donna Leon ‘m kan schrijven: met een indrukwekkend hoofdrol voor de gewetensvolle Commissario Brunetti, vol compassie maar ook nieuwsgierigheid, geschreven in een mooi, bloemrijk Engels. De fraaie beschrijvingen van Venetië en de mentaliteit van de bewoners maken dat het voelt alsof je in de straten van die stad loopt. De nadruk in Leon’s boeken komt steeds meer op de personages te liggen, en minder op de misdaad. Wat er met de misdadiger gebeurt, of hoe de misdaad bestraft wordt, beschrijft ze al sinds een flink aantal boeken geleden niet meer. Maar haar boeken blijven ijzersterk en spannend, en het is elke keer weer jammer als ze uitgelezen zijn. Aanrader, absoluut!
Deep Dish – Mary Kay Andrews
Meer dan een romannetje kan ik Deep Dish van Andrews niet noemen, en dan ook nog niet eens een goede. Twee tv-koks moeten tegen elkaar strijden om een tv-show te mogen maken en ondanks wat tegenslagen worden ze natuurlijk toch verliefd. Het verhaal is dusdanig saai dat ik er maanden over gedaan heb het boek uit te lezen.
Some great thing – Lawrence Hill
Some great thing is de eerste roman van de schrijver Hill, die door de controversiële titel van zijn derde boek, The book of Negroes, veel aandacht van de pers kreeg. Zijn eerste boek gaat over de jonge zwarte Mahatma Grafton, die door zijn vader vernoemd werd naar een groot mens, en een groepje mensen om hem heen in Winnipeg, Canada. Mahatma komt van de universiteit zonder een greintje van het engagement van zijn vader, een voormalig activist. Naarmate hij langer als journalist werkt, raakt Mahatma meer en meer betrokken bij de verhalen die hij schrijft. Na een trip naar Kameroen blijken de verhalen die hij op afstand schreef óf niet geplaatst óf zoveel veranderd, dat hij zijn naam er niet aan wil lenen. Dat is het moment waarop Mahatma zich gaat richten op zijn toekomst, op het doen van some great thing! Een mooi rustig verhaal dat héél verschillende levens met elkaar vervlecht: zoals de journalist Mahatma, zijn uitzichtloze collega Chuck, de Kameroener Yoyo, een zieke uitkeringsgerechtigde en een zwarte kruier die zich heeft opgewerkt tot rechter. En natuurlijk Ben Grafton, de vader van Mahatma.
Eus – Özcan Akyol
Door 24 uur met… van Wilfried de Jong werd ik er aan herinnerd dat ik Eus, de ‘schelmenroman’ van Özcan Akyol wilde lezen. Het boek gaat over de Turkse Eus die van braaf schooljongetje stap voor stap uitgroeit tot nietsnut en crimineel. Eus wil zich afzetten tegen zijn dominante vader, die het gezin terroriseert en alle geld inpikt, maar is bang dat de toorn van zijn vader zich richt op zijn moeder. Hij gaat uit huis en via een reeks slechte relaties en goede vriendschappen glijdt hij steeds meer af richting algehele misère. Een makkelijk leesbaar boek, mede dankzij het kleurrijke (zij het niet altijd foutloze) taalgebruik van de auteur.
Witte Panters – Saul van Stapele
Twee jonge blanke jongens willen graag bij de homies op het pleintje horen en meten zichzelf de kleding, de taal en de attitude aan om ‘erbij te horen’. Ze worden nooit echt geaccepteerd maar hangen rond in de periferie van de echte jongens van de straat. Hun liberale ouders zien de veranderingen die ze doormaken maar ontzeggen ze niets, of het nu het vele wietgebruik of uren gamen is. Maar dan zijn de mooie J.J. en de lelijke John ineens niet meer elkaars beste vrienden, en dat kan natuurlijk niet goed aflopen. Het boek leest makkelijk weg, heeft veel quotes uit rapteksten en zit vol met straattaal en gevloek. Met de achtergrond van deze schrijver, Van Stapele is kenner op het gebied van straatcultuur en hiphop, is dat ook niet verwonderlijk. Hoewel een kritische noot ook niet ontbreekt. Misschien is het het soortgelijke thema, de witte wannabe’s, maar het boek doet denken aan Alleen maar nette mensen van ‘die andere Joodse schrijver’, Robert Vuijsje. Aanrader!
Bad Influence – William Sutcliffe
Inmiddels heb ik een flink aantal boeken van William Sutcliffe gelezen en stuk voor stuk vind ik ze geweldig. De ene keer hilarisch (Are you experienced?), de andere keer met een indringende triestheid (Whatever makes you happy) maar altijd erg goed. En ook Bad Influence stelt niet teleur. In een eenvoudige stijl beschrijft Sutcliffe hoe de 10-jarige Ben een ‘verkeerd’ vriendje maakt en daardoor zijn eigen grenzen blijft overschrijden. Indrukwekkend door de eenvoud, je blijft wachten op de onontkoombare slechte afloop.
Die man – Amrita Pritam
Indiase literatuur kan, voor de niet-geoefende lezer, best pittig zijn. En dit boek, dat gaat over de verachting die een jonge monnik voelt voor zijn moeder die hem als dank aan de tempel heeft geschonken voor het feit dat ze op late leeftijd toch nog een kind mocht krijgen, is érg pittig. De bloemrijke taal, de gedachtensprongen en de referenties aan heilige teksten maken dit een (voor mij) weinig toegankelijk boekje. De rode draad in het verhaal en de ontwikkeling van de hoofdpersoon zijn wel interessant maar het is niet een boekje dat je even lekker voor de ontspanning leest.
The white tiger – Aravind Adiga
De indringende roman The white tiger van Aravind Adiga won in 2008 the Man Booker Prize. En niet zonder reden. De wijze waarop Adiga de hoofdpersoon door een aan een Chinese eerste minister gerichte brief de maatschappelijke misstanden in India blootlegt is bijzonder. De vrijwel niet te wijzigen maatschappelijke positie, bepaald door de kaste waarin je geboren wordt, de wijze waarop de onderdrukten de onderdrukking zelf in stand houden, de wijze waarop familie haar familieleden exploiteert; allemaal schrijnende situaties. Situaties die des te meer indruk maken op een moment waarop een groepsverkrachting in India het wereldnieuws haalt en de rechten van vrouwen binnen de Indiase maatschappij bespreekbaar moeten maken. Er is nog een lange weg te gaan…
De goeroe in de guaveboom – Kiran Desai
Kiran Desai schreef een indrukwekkend verhaal over een jongen die niet kon voldoen aan de eisen van zijn familie en die zich daarom terugtrekt uit het dagelijks leven en in een guaveboom gaat wonen. Als hij kennis spuit die hij vergaard heeft door stiekem de brieven van mensen te lezen, wordt hij door de mensen van het dorp gezien als een goeroe. Zijn vader weet hier een flink financieel slaatje uit te slaan en is bang dat zijn inkomstenbron opdroogt, zijn moeder is gelukkig in haar rol van kokkin voor de ‘Apenbaba’. Ongewild ontwricht Sampath de goeroe, ruim twintig jaar na zijn geboorte onder bijzondere omstandigheden, de hele samenleving om hem heen. Erg mooi!
J. Kessels in: Het bamischandaal – P.F. Thomése
Het bamischandaal van Thomése wordt in de media neergezet als een ‘stout’ boek voor mannen: seks, vieze praatjes en voetbal in een sausje van humor en ongenuanceerdheid. De omschrijving an sich klopt, maar op de een of andere manier krijg ik nergens een klik met het verhaal of de auteur. Het blijft een onsamenhangend en weinig humoristisch geheel waar de auteur zichzelf telkens veel te opvallend binnen fietst en van de hak op de tak springt. Ook het ‘pornografische’ aspect komt niet tot zijn recht, waarschijnlijk door alle knullige omschrijvingen. Hij zou een voorbeeld kunnen nemen aan Heere Heeresma die wat dat betreft een veel explicieter boek neerzette met Goede paren, een boek dat ik in een rebelse oprisping op mijn boekenlijst probeerde te zetten op mijn erg katholieke vwo. Al met al valt het boek erg tegen, maar dat komt misschien omdat ik niet een man ben.
Love in a nutshell – Janet Evanovich
Voor Janet Evanovich bekend werd met haar Stephanie Plum-serie schreef ze een aantal romantische misdaadboeken. Hoewel het boek makkelijk leesbaar is, is de verhaallijn niet erg interessant en de uitkomst redelijk voorspelbaar, dus het heeft me weken gekost om het boek stukje bij beetje te lezen. In het kort komt het verhaal neer op: een jonge gescheiden vrouw trekt zich terug in het oude huis van haar ouders en heeft niet genoeg geld om het op te knappen. Ze krijg een baan bij een microbrouwer, wordt verliefd op hem en biedt aan om tegen een ongeloofwaardig hoog bedrag te onderzoeken wie zijn brouwerij saboteert. Redelijk fantasieloos en niet bijzonder!
Beste vriend – Robert Vuijsje
Een poster in de hal van Hoog Catharijne wijst me op de nieuwe roman van Robert Vuijsje: Beste vriend. Net als de vorige, Alleen maar nette mensen, is het boek simpel en snel geschreven. De Joodse Sam Green (Samuel Groen) is een BN’er en leeft er vrolijk op los. Hij spendeert weinig tijd aan zijn Surinaamse vrouw Venus en hun zoontje Sammie. Als Venus Sammie zonder Sam’s goedkeuring meeneemt naar Suriname en besluit er te blijven wonen, wordt hij aan het denken gezet. Op het moment dat Venus en Sammie terug zijn in Nederland, heeft Sam de prioriteiten in zijn leven omgegooid: roem, het aantal volgers op Twitter en zijn gezicht in magazines vindt hij niet langer belangrijk en hij maakt een drastische keuze.